Hoewel ik de eerste jaren van mijn carrière grotendeels werkte in de landbouwhuisdieren, is het aandeel gezelschapsdieren steeds groter geworden. En dat is een gewoon, natuurlijk proces geweest. Het aantal koeien, vooral melkvee, is grotendeels constant gebleven maar er kwam spontane en autonome groei in de gezelschapsdieren. Eigenaren van honden en katten merkten dat de aandacht en zorg bij een kleine praktijk net buiten de grote stad beter was dan ze gewend waren in Alkmaar of Heerhugowaard. En meestal is de prijs voor deze betere zorg ook nog aangenamer.
Zo kwam er groei in Diergeneeskundig Centrum Ceres. Geen spectaculaire groei, dan zou het zijn kracht verliezen. Langzaam, door goede selectie van mensen en ruimtes konden we de kracht van DCCeres behouden. De praktijk van en door één man met zijn vrouw Annet als assistente werd een praktijk met meerdere dierenartsen en assistentes maar met de korte lijnen van een kleine praktijk.
Inmiddels werk ik niet meer in “mijn eigen” praktijk. Hij bestaat nog wel, maar er het is niet meer ¨mijn¨ praktijk en het werk wordt er nu gedaan onder leiding van Marjoleine. Een deel van het team is nog hetzelfde gelukkig! En nog steeds wordt het werk er goed gedaan, met aandacht voor het dier én de eigenaar.
Na de eigen praktijk heb ik vooral collega dierenartsen geholpen als ze een dierenarts nodig hadden. Ik ben vooral actief geweest in Alkmaar, gewoon op de fiets naar de praktijk dierenartsenpraktijk de Mare. Maar ook als in Heerhugowaard een waarneming deed, ik ging op de fiets naar de dierenartsenpraktijk Butterhuizen of naar een andere praktijk in de buurt. Vooral het contact met de assistentes vond heel bijzonder: in alle praktijken en met alle assistentes ging het meteen soepel. Met de dierenartsen ook, maar die zag ik natuurlijk veel minder. Als ze me nodig hebben, is het omdat ze zelf op stap zijn.
Inmiddels heb ik aangegeven dat ik niet meer oproepbaar ben. Als iemand écht omhoog zit help ik natuurlijk, maar ik werk niet meer echt als invaller.